Biofotonen, een verzonnen woord dat afkomstig is van het Griekse βίος (bios = leven) en φῶς (phos = licht).
Alexander Gurwitsch (8 oktober 1874 - 27 juli 1954), Russische bioloog en arts, ontdekte in ontkiemende uien dat levende cellen, naar zijn mening, mitogenetisch Straling uitstralen (zeer zwak licht). Hij geloofde dat deze straling celdeling zou kunnen veroorzaken.
In 1954 slaagden de Italiaanse astronomen Laura Colli en Ugo Facchini erin zwakke maar constante lichtemissies van levende planten te detecteren met behulp van een grote fotovermenigvuldiger in de telmodus voor afzonderlijke fotonen.
In 1975 slaagde de Duitse natuurkundige Fritz-Albert Popp (11 mei 1938 – 4 augustus 2018) erin biofotonen te detecteren: ze zenden een zeer zwak licht uit in het bereik van 200 tot 800 nm. Zijn promovendus Bernhard Ruth experimenteerde voor het eerst met komkommer en aardappelkiemen, daarna ook met levende dierlijke cellen. Hij ontdekte dat de intensiteit in de loop van de tijd afnam. Als een vers geplukt blad een hoge intensiteit heeft, neemt deze af naarmate de verwelking vordert.
Tegenwoordig wordt zijn observatie van de variabele intensiteitsniveaus van uitgezonden biofotonen industrieel gebruikt Kwaliteitsbepaling Er worden verse Chinese kruiden gebruikt.
Een ander gebied is fotobiomodulatie die in de geneeskunde wordt gebruikt als onderdeel van fotobiomodulatietherapie (PBMT), b.v Type 2 diabetes. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de gevoeligheid van de mitochondriën voor fotonen, waarvan de niet-ioniserende elektromagnetische (licht) energie fotochemische veranderingen in cellulaire structuren veroorzaakt. Met name het zichtbare en nabij-infrarode (NIR) spectrum wordt geabsorbeerd door de energieproducerende mitochondriën.
De synthese van vitamine D, die leidt tot een fotochemische reactie door de werking van zonlicht op de huidcellen, waaruit uiteindelijk vitamine D3 ontstaat, is ook een fotobiomodulerend proces. De precieze coördinatie van de golflengte van het licht met de absorberende doelcel bepaalt de efficiëntie ervan.
Het effect is net zo goed onderbouwd gepolariseerd licht of de HeNe LASER met 632,8 nm op huidcellen in relatie tot de versnelling van het genezingsproces of de sterkte van littekenweefsel etc.
Volgens de huidige kennis worden biofotonen niet uitgezonden door dode objecten, maar alleen door levende cellen. Evenzo is het nog niet bewezen dat informatie kan worden overgedragen van dode materialen (bijvoorbeeld gesteente) naar andere materialen, zoals water, zoals vaak wordt gedaan door Fabrikanten van waterfiltersystemen gepresenteerd in reclamefolders.